Wanneer je gaat fotograferen zul je al gauw merken dat het RAW-beeld dat rechtstreeks uit de camera komt niet voldoende is voor een écht sprekende foto. Een goede nabewerking is net zo belangrijk als de foto zelf. De, in mijn ogen, beste programma's hiervoor zijn Adobe Lightroom en Photoshop. Er zijn genoeg alternatieven, maar de mogelijkheden en het gemak van Lightroom en Photoshop heb ik nog nergens anders gezien.
In een driedelig blog zal ik jullie laten zien hoe ik mijn foto's bewerk. Zo krijg je een idee hoe je het meeste uit je foto haalt en een zo mooi mogelijk resultaat bereikt.

Als eerste selecteer je in het tabblad Bibliotheek de foto die je wilt bewerken. Voor degenen die nog niet weten hoe je foto's importeert en selecteert in de Bibliotheek, in de toekomst zal ik nog een blogpost schrijven over dit onderwerp.
Vervolgens ga je naar het tabblad Ontwikkelen, hierin gaan we de basis van de fotobewerking leggen.
Aan de linkerkant van het scherm zie je de Navigator. Hier kun je instellen hoe groot je foto in Lightroom wordt afgebeeld. Zelf heb ik deze altijd op passend staan, maar je kunt bijvoorbeeld ook kiezen voor 1:1 om details in je foto vergroot te kunnen zien.
Vervolgens zie je daaronder het gedeelte Voorinstellingen. Hier vind je vooraf opgeslagen instellingen die je foto een bepaalde look zullen geven. Lightroom heeft een aantal standaard voorinstellingen erin zitten, maar je kunt ook je eigen voorinstellingen aanmaken of bijvoorbeeld gedownloade voorinstellingen importeren.
Daaronder vind je de navigatiebalk. Hier kun je gemakkelijk navigeren tussen de verschillende foto's om deze te bewerken.
In het midden van het scherm zie je de voorvertoning van je foto. Hierin zie je wat je bewerking precies doet en hoe je foto er uiteindelijk uit komt te zien.
Als laatste zie je aan de rechterkant van het scherm je histogram. Hierin kun je zien of je foto onderbelicht, goed belicht of overbelicht is. Ook zie je hierin de waardes per kleur. Direct onder het histogram kun je de ISO waarde, brandpuntafstand, diafragma en sluitertijd van je foto zien.
Onder het histogram heb je uiteindelijk je tools waarmee je de foto gaat bewerken. Deze zijn opgedeeld in 9 gedeelten, namelijk Standaard, Kleurtintcurve, HSL/Kleur, Gesplitste tinten, Details, Lenscorrecties, Transformatie, Effecten en Kalibratie.

Eerst gaan we aan de slag in het gedeelte Standaard. Hier doe je de eerste aanpassingen, welke voornamelijk betrekking hebben op de witbalans, belichting en het (kleur)contrast van de foto.
De Temperatuur (witbalans) stel ik bij een foto als deze vrijwel altijd in op een waarde tussen de 5500K en 6000K. Hiermee zit je op een kleurtemperatuur welke varieert tussen daglicht en de kleur van een middagzon.
Vervolgens ga ik verder met de Belichting. Zelf vind ik het mooi als de foto ietsje lichter is, zodat het histogram ietwat uitwijst naar rechts van het midden. Hier heb ik deze ingesteld op +0,55. Het Contrast zet ik eigenlijk altijd op +24. Dit zorgt voor een zekere continuïteit in mijn foto's en geeft voor mij een mooi contrast aan het geheel zonder dat het teveel wordt. Nu krijgen we Hooglichten, Schaduwen, Witte tinten en Zwarte tinten. Deze pas je aan naar smaak. Dit kan per foto heel verschillend zijn. Is je foto overbelicht of heb je misschien met tegenlicht gefotografeerd dan zul je de hooglichten ver terug moeten brengen. Heb je in een iets donkerder omgeving gefotografeerd en had je niet de mogelijkheid een langeren sluitertijd of hogere ISO te gebruiken, dan kun je met schaduwen de donkere delen van je foto wat ophalen. Witte tinten gebruik ik erg weinig, maar in details of bij een High Key wil ik deze nog weleens wat omhoog brengen. Zwarte tinten zet ik graag wat naar beneden. Ik vind het mooi om de zwarte details er ook écht zwart te laten uitzien en niet bijvoorbeeld donkergrijs of vaal zwart.
Last but not least krijgen we in dit gedeelte Presentie. Textuur gebruik ik nooit. Hiermee kun je eventueel details in je foto wat ophalen, maar ikzelf vind dit geen mooi effect geven. Helderheid wil ik nog weleens gebruiken als een foto wat te licht is en Contrast mist. Nevel verwijderen gebruik ik als ik een foto een wat dromerige sfeer wil meegeven, maar dat is op deze foto niet van toepassing. Ook kun je dit in combinatie met Ruis verwijderen gebruiken om effectief eventuele ruis in je foto zover mogelijk terug te brengen zonder dat de kwaliteit van je foto te ver achteruit gaat.
Wat ik wel altijd aanpas is de Levendigheid. Deze heb ik altijd op +15 staan. Ook hier geldt weer, dit zorgt in mijn foto's voor een bepaalde consistentie. De Verzadiging gebruik ik eigenlijk alleen maar als het contrast en de levendigheid voor té verzadigde kleuren in de foto zorgen. Hier heb ik deze bijvoorbeeld teruggebracht naar -9.

Vervolgens gaan we na het eerste gedeelte verder metKleurtintcurve. Hierin kun je nogmaals de lichte en donkere delen van je foto aanpassen, maar doordat je met de schuifjes recht onder het histogram kunt aanpassen waar je kromming precies zijn effect zal hebben kun je hier echt de belichting van je foto finetunen. Ook kun je op deze manier bijvoorbeeld nog het contrast in je foto verhogen of verlagen.
Als het goed is heb je de belichting van je foto in het vorige deel al grotendeels correct aangepast en hoef je hier niet veel aanpassingen meer te doen. Zoals je ziet heb ik de Donkere tinten ietwat lichter gemaakt, +17. De Schaduwen heb ik juist nog een klein beetje naar beneden gebracht, al is dit maar heel subtiel, namelijk -6.
Met de kleurtintcurve in RGB-modus kun je ook diverse effecten aan je foto meegeven, zoals een kinematische look. Hier zal ik later een apart blog over schrijven.
Het derde gedeelte wat we gaan aanpassen heet HSL/Kleur. Lightroom deelt je foto op in diverse kleuren, namelijk rood, oranje, geel, groen, aqua, blauw, paars en magenta. In dit gedeelte kun je van al deze kleuren de Kleurtoon, Verzadiging en Luminantie aanpassen.
Doordat je van al deze kleuren onafhankelijk de tint, sterkte en belichting kunt aanpassen kun je hiermee je foto nog verder finetunen en deze daarmee écht eruit laten springen.

Het eerste tabblad is de Kleurtoon. Hiermee kun je van iedere kleur de tint veranderen.
In sommige foto's kan dit een mooi effect geven. Houd het echter altijd subtiel. In mijn ogen geeft dit het mooiste effect. Als je het gaat overdrijven kan het er al gauw nep uit gaan zien. Beter is het om dan een combinatie van aanpassingen van een aantal kleuren uit te voeren, zoals bijvoorbeeld het combineren van aanpassingen in Oranje en Geel.
Bij foto's als deze IJsvogelfoto maak ik echter nooit gebruik van het aanpassen van de kleurtoon.

Tabblad nummer twee is de Verzadiging. We passen hier de sterkte van alle kleuren afzonderlijk aan. Ook hier geldt weer, doe het subtiel anders zal het je foto snel lelijk maken.
Voor deze foto heb ik ervoor gekozen het verenkleed van de IJsvogel te benadrukken. Het Oranje heb ik iets naar beneden gebracht. Door de eerdere aanpassingen was deze naar mijn smaak iets te verzadigd geraakt. Een -4 volstond hier. Vervolgens heb ik het blauw in het verenkleed verder benadrukt door Aqua naar +7 te brengen en Blauw naar +6. Door aqua nét wat meer sterkte te geven komen de lichtblauwe streepjes in het verenkleed mooi naar voren.

Het derde tabblad is de Luminantie. Hier gaan we instellen in welke mate de afzonderlijke kleuren licht of donker worden weergegeven.
Ook hier heb ik mij vooral gericht op het verenkleed. Omdat ik de verzadiging van het oranje deel wat had teruggebracht, heb ik deze weer wat meer terug laten komen door de luminantie ervan naar +6 te brengen.
Het omgekeerde geldt voor het blauwe deel van het verenkleed. Hiervan had ik de verzadiging juist omhoog gebracht. Om deze kleuren wat in toom te houden heb ik hier vervolgens Aqua naar -8 gezet, terwijl ik Blauw op -5 ingesteld heb.
Na al deze aanpassingen vormen de kleuren tezamen een mooie balans wat ik erg belangrijk vind in een geslaagde foto.

Wat we vervolgens krijgen zijn de Gesplitste tinten, oftewel split toning. In deze foto maak ik hier geen gebruik van, maar het geeft vaak een mooi effect in landschapsfoto's en stadsgezichten. Ook in de avondfotografie maken we hier dankbaar gebruik van.
Je kunt er in feite de Kleurtoon en Verzadiging mee aanpassen van de Hooglichten en Schaduwen afzonderlijk en hier vervolgens de perfecte Balans in vinden. Zo kun je bijvoorbeeld een teal and orange effect mee creëren.

Na HSL/Kleur krijgen we het gedeelte Details. Wat we hier gaan aanpassen zijn de ruisreductie en de verscherping.
Als eerste gaan we de ruis verminderen in Ruisreductie. Om te zorgen dat je de hoeveelheid ruis zo goed mogelijk kunt terugbrengen moet je allereerst zorgen dat de belichting van je basis al optimaal is, dus de belichting van je RAW-afbeelding moet al goed zijn. Bij deze foto valt deze, zoals je in het histogram helemaal boven kunt zien, precies in het midden. De voorkeur gaat echter uit naar rechts belichten, wat wil zeggen dat je foto liever iets te licht is dan te donker en het histogram dus uitwijst naar de rechterkant. De reden dat ik niet verder naar rechts belicht heb is dat ik de sluitertijd kort genoeg wilde houden en de ISO ook niet hoger wilde, omdat dit de hoeveelheid ruis aanzienlijk zou verhogen en het dus weer lastiger weg te werken zou zijn.
Wat je gaat doen is het schuifje van de Luminantie zo ver mogelijk naar rechts brengen, net zo lang totdat je geen merkbaar verschil meer ziet in de afname van de hoeveelheid ruis. Als je tot dit punt gekomen bent zet je de schuif vervolgens weer een puntje of 3-5 terug naar links, zodat de foto niet té veel detail verliest.
Na dit gedaan te hebben kun je ervoor kiezen de Details en het Contrast nog aan te passen. Meestal vind ik de standaard instellingen hiervan al prima, echter heb ik er bij deze foto voor gekozen het contrast iets te verhogen naar 8 om zo de details ietwat terug te brengen in de foto.
Nadat je de ruis hebt verminderd ga je de foto Verscherpen. Wat ik altijd eerst doe is het Masker instellen. Wanneer je de schuif bedient houd dan de Alt(Windows) of Option(Mac)-toets ingedrukt. Op deze manier zie je precies op welke delen van de foto de aanpassingen in Verscherpen effect hebben.
Nadat ik het Masker toegepast heb stel ik vervolgens de Straal en Details in. Dit doe ik altijd op gevoel en naar smaak. Standaard staan deze respectievelijk op 1,0 en 25, maar hier heb ik ze naar 1,3 en 36 gebracht om iets meer detail zichtbaar te krijgen na de Ruisreductie.
Als laatst stel ik in Hoeveel verscherping er wordt toegepast. Ook hier gebruik je weer, zoals in de drie voorgaande instellingen, de optietoets om het uiteindelijke effect te zien. Omdat ik behoorlijk wat Ruisreductie heb toegepast voeg ik ook behoorlijk wat Verscherping toe. Deze heb ik ingesteld op 86, echter voor de meeste foto's volstaat een verscherping van 65-80.

Nu krijgen we het gedeelte Lenscorrecties. Wat dit in feite doet is de afwijkingen van de lens corrigeren.
Lightroom heeft voor een heel arsenaal aan lenzen al voorgeprogrammeerde profielen. Je kunt ervoor kiezen deze aanpassingen Handmatig te doen, echter is voor vrijwel iedere gangbare lens wel een profiel aanwezig of te vinden, waardoor handmatig aanpassen eigenlijk altijd overbodig is.
Hier gaan we dan ook niet onnodig onze kostbare tijd verdoen. Vink bij Kleurafwijking verwijderen en Correcties profiel inschakelen de de hokjes aan en Lightroom zal zelf het juiste lensprofiel al inladen.

Na de Lenscorrecties te hebben toegepast gaan we de foto, indien nodig, bijsnijden. Dit om de compositie van de foto te perfectioneren.
Klik hiervoor onder het histogram op het meest linkse icoontje, met de rechthoekige stippellijn. Nu kun je door met de lijnen te schuiven de foto naar smaak bijsnijden.
Wanneer je de verhoudingen van de foto wilt behouden zorg je dat het 'slotje' wat je rechts in beeld ziet gesloten is. Is deze open, dan heb je vrije keuze om de verhoudingen naar wens aan te passen.
Zelf houd ik ervan om de regel van derden toe te passen. Daar kun je de grid voor gebruiken zoals je in de afbeelding ziet. Echter is het bij sommige foto's juist erg leuk om de regels volledig aan je laars te lappen. Gaandeweg het fotograferen zul je hiervoor een bepaald inzicht ontwikkelen wanneer wel en wanneer niet gebruik te maken van de 'regels'.

Als laatste gaan we het oog van de IJsvogel nog accentueren. Leg hiervoor een Radiaalfilter om het oog heen. Dit doe je door onder het histogram op het ronde icoontje te klikken. Vervolgens ga je met de cursor op het oog staan en sleep je het filter om het oog heen.
Met de witte vierkantjes kun je de grootte van het filter aanpassen en als je op de lijn precies tussen twee vierkantjes in gaat staan kun je de selectie kantelen.
Hierna stel je de Doezelaar in. Deze zorgt voor een harde of zachte overgang van het filter. Omdat het oog zo klein is stel ik deze in op 35. Standaard staat deze op 50, wat een zachtere overgang betekent.
Wat ik nu aanpas zijn als eerste de Belichting, deze zet ik ietswat lichter, op 0,23. Ook voeg ik wat extra Contrast toe aan het oog. Ik stel deze in op 12, wat net voldoende is maar niet teveel, zodat het niet te overheersend wordt vergeleken met de rest van de foto.
Daarna pas ik de Witte tinten aan. Deze breng ik omhoog naar een waarde van 21, wat ervoor zorgt dat de reflectie in het oog meer benadrukt wordt. Dit maakt de foto een stuk levendiger en sprekender.
Als laatst voeg ik wat Helderheid en Nevel verwijderen toe. Dat zorgt ervoor dat het contrast in het oog nog wat meer verhoogd wordt en het oog nóg mooier uit komt.
In mijn volgende blog laat ik jullie zien hoe ik verder ga bewerken. In Photoshop zal ik laten zien hoe ik het Orton-effect toepas op deze foto en er zo een artistieke en eigenzinnige look aan mee geef.
Tot snel!
Reactie schrijven